U bent hier

De Bugade en het de gevangenis

  • Bugade & Prison © Alex Nollet/La Chartreuse
  • Bugade & Prison © Alex Nollet/La Chartreuse
  • Bugade & Prison © Alex Nollet/La Chartreuse
  • Bugade & Prison © Alex Nollet/La Chartreuse
  • Bugade & Prison © Alex Nollet/La Chartreuse
  • Bugade & Prison © Alex Nollet/La Chartreuse

LA BUGADE is een term van Provençaalse oorsprong (bugado in het Provençaals) waarmee de grote was werd aangeduid en bij uitbreiding de ruimte waar de was werd gedaan.

Het mooie kruisgewelf is een opmerkelijk voorbeeld van het vakmanschap van de steenhouwers van de school van Avignon in de 18e eeuw. Deze ruimte waar de kartuizerbroeders hun was deden, bevat een waterput en een grote stookplaats.

De was werd opgehangen bij de schouw, of buiten op het grasland of in de kloostergang.

 
 

DE GEVANGENIS
Gevangenissen waren gebruikelijk in kartuizerkloosters in de middeleeuwen. Zij bleven dat tot de Revolutie van 1789 ondanks Koninklijke edicten die het gebruik ervan beperkten. In alle kartuizerkloosters die na de revolutie opnieuw bewoond waren, werden de gevangenissen gesloopt. Voortaan had alleen justitie het recht om gevangen te zetten.
 
De nabijheid van de bugade en de gevangenis heeft heel wat vragen opgeworpen. Mogelijke verklaringen zijn dat de gestrafte broeders zo van de warmte van deze wasruimte profiteerden en van het gezelschap op afstand van de broeders die er de was deden, of dat zij op deze manier vrijwel constant in het oog konden worden gehouden.

Strafbaar waren broeders of paters die zich schuldig maakten aan overtreding van de regels: zonder toestemming het klooster verlaten, te laat komen bij een officie, alchemie beoefenen en voor de broeders, die minder in afzondering leefden dan de paters, het bij zich dragen van geld of het hebben van relaties met een vrouw.

De gevangenis kon ook als verblijf dienen voor mentaal gehandicapten.

De zeven gevangeniscellen zijn over twee woonlagen verdeeld: drie op de begane grond, grenzend aan de bugade, en vier op de verdieping erboven. De ruimte was maar klein (ongeveer 12 m²) en uitgerust met een haard een bed en een tafel.
In de muur van elke cel was een kleine opening voorzien die uitkeek op een altaar op de verdieping erboven. Zo kon de broeder penitent de officie bijwonen zonder zijn cel te verlaten.

 

 

 
Tegenwoordig wordt deze ruimte gebruikt voor tijdelijke exposities.